dover
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: dover (hulp, bestand)
Woordafbreking
- do·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dover | dovers |
verkleinwoord | - | - |
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord
de dover m [1]
- voorwerp waarmee men iets kan doven
Hyponiemen
- geluiddover, kaarsendover, sigarendover, vonkendover
Bijvoeglijk naamwoord
dover
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van doof
Gangbaarheid
- Het woord dover staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dover" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.