dresseur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dresseur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dres·seur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dresseur dresseurs
verkleinwoord dresseurtje dresseurtjes

Zelfstandig naamwoord

dedresseurm [1]

  1. (beroep) iemand die dresseert (dieren africht, voor aflevering opmaakt)
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord dresseur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.