droosje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: droosje (hulp, bestand)
- IPA: /ˈdroʃə/
Woordafbreking
- droos·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | droosje | droosjes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de droosje v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws) predikatie
- (Jiddisch-Hebreeuws) in 'droosjesmaker': praatjesmaker
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'droosje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.