droosje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  droosje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈdroʃə/
Woordafbreking
  • droos·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord droosje droosjes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

dedroosjev/m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) predikatie
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) in 'droosjesmaker': praatjesmaker
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord 'droosje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.