druil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  druil    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • druil
enkelvoud meervoud
naamwoord druil druilen
verkleinwoord druiltje druiltjes

Zelfstandig naamwoord

dedruilm

  1. (scheepvaart) de achterste mast op een loggergetuigd schip
  2. (scheepvaart) het zeil aan de achterste mast op een loggergetuigd schip
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
druilen

druil

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van druilen
    • Ik druil. 
  2. gebiedende wijs van druilen
    • Druil! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van druilen
    • Druil je? 

Gangbaarheid

  • Het woord druil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.