dubbelverdiener

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  dubbelverdiener    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dub·bel·ver·die·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dubbelverdiener dubbelverdieners
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

dedubbelverdienerm

  1. (economie) persoon die inkomen uit meer dan een bron verwerft

Gangbaarheid

  • Het woord 'dubbelverdiener' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.