duimeling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duimeling    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • dui·me·ling
Woordherkomst en -opbouw

afleiding van duim met het achtervoegsel -ling [1]

enkelvoud meervoud
naamwoord duimeling duimelingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deduimelingm [2]

  1. naam van de duim gebruikt in kinderversjes
  2. iets dat de duim bedekt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'duimeling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.