duool

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  duool    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • du·ool
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Italiaanse duo (twee)
enkelvoud meervoud
naamwoord duool duolen
verkleinwoord duooltje duooltjes

Zelfstandig naamwoord

deduoolv/m

  1. (muziek) een tweetal muzieknoten of rusten op een plaats waar het gewone patroon, driedelig is.
    • Als symbool voor de duool hanteert men twee metrische nootsymbolen met de toevoeging “2” of bijv. “2:3”. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'duool' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.