duvel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: duvel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- du·vel
Woordherkomst en -opbouw
- vereenvoudiging van duivel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duvel | duvels |
verkleinwoord | duveltje | duveltjes |
Zelfstandig naamwoord
de duvel m
- een gewestelijke vorm van duivel of satan
- Bij christenen en islamieten wordt de duvel de benaming van een enkele persoonlijkheid, ook wel aangeduid als de duivel of Lucifer en gezien als een gevallen (aarts-)engel, die door God uit de hemel werd geworpen toen deze tegen God in opstand kwam.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
duvelen |
duvel
Gangbaarheid
- Het woord duvel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duvel" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Middelnederlands
Zelfstandig naamwoord
duvel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.