e.k.
Niet te verwarren met: EK |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- e.k.
Woordherkomst en -opbouw
- [A] (afkorting) van eerstkomend bn
- [B] (afkorting) van eerste kwartier bn
Bijvoeglijk naamwoord
[A] e.k.
- die het snelst op heden volgt (geplaatst na een datum zonder jaartal)
- Vanaf 1 september e.k.
- ▸ Wellicht starten de werken rond april e.k. Het Ninia-complex gaat open op 7 september 2002.[1]
Synoniemen
Vertalingen
[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | e.k. | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
[B] het e.k. o
- (astronomie) schijngestalte van de maan, ruim een week na nieuwemaan, als op het noordelijk halfrond alleen de rechterhelft van de maan wordt verlicht (gebruikt in agenda's en getijdetabellen)
Antoniemen
- l.k.
Verwante begrippen
- nm.
- vm.
Gangbaarheid
- Het woord e.k. staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Marc Lion“"Centrumlaan krijgt facelift"” (18 december 2001) op standaard.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.