eendelig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eendelig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • een·de·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstellende afleiding van een en deel met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen eendelig
verbogen eendelige
partitief eendeligs

Bijvoeglijk naamwoord

eendelig

  1. uit één deel bestaand

Gangbaarheid

  • Het woord eendelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.