eiders

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eiders    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ei·ders
Woordherkomst en -opbouw
  •  eider zn  met de uitgang -s
enkelvoud meervoud
naamwoord eiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deeidersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord eider
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (eendvogels) een onderfamilie Merginae  van voornamelijk in of nabij de zee levende eenden uit de familie Anatidae , de familie der eenden, ganzen en zwanen. Soms wordt de onderfamilie gezien als een tribus van de Anatinae , de Mergini. Tot de Merginae behoren de eiders, zee-eenden, zaagbekken en verwanten. In Nederland komen 8 soorten voor, voornamelijk op of aan zee
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord eiders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.