eikenboom

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eikenboom    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛikə(n)ˌbom/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ei·ken·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eikenboom eikenbomen
verkleinwoord eikenboompje eikenboompjes

Zelfstandig naamwoord

deeikenboomm

  1. (plantkunde) loofboom uit het geslacht Quercus 
     Vooral de woorden over de eikenboom en de cipres bleven nog een lange tijd naklinken in mijn hoofd.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord eikenboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.