eindspurt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eindspurt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eind·spurt
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eindspurt eindspurten
eindspurts
verkleinwoord eindspurtje eindspurtjes

Zelfstandig naamwoord

deeindspurtm [1]

  1. een versnelling op het einde van een project om het te voltooien
    • Er is bij de Olympische Spelen altijd een eindspurt nodig, om alle stadions op tijd klaar te krijgen. 
  2. een versnelling op het einde van een wedstrijd om de concurenten vóór te blijven
    • Met een grandioze eindspurt wist hij de wielerwedstrijd te winnen. 
    • Met een eindspurt veroverde de dubbelvier zilver. „We gingen voor goud, we hadden de Duitsers kunnen hebben.” [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord eindspurt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.