eindtijd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eindtijd    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eind·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eindtijd eindtijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deeindtijdm

  1. het einde van de geschiedenis waarbij de wereld vergaat
    • Nergens is beter te merken dat de aarde langzaam richting de eindtijd schuifelt dan op de Malediven. [2] 
    • De eindtijd is het begin van het Rijk Gods. 
  2. het tijdstip waarop een activiteit eindigt
    • De eindtijd van het feest is 1 uur 's-nachts 
  3. tijd waarin de finish wordt gehaald bij een wedstrijd
    • Zijn eindtijd was 14:30 en dat was een nieuw persoonlijk record 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord eindtijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.