eindweegs

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eindweegs    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eind·weegs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eindweegs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

heteindweegso

  1. een grote afstand
    • Even was het wat rustiger. Toen rondden twee rake klappen het proces af. De steenpoort had in de apotheek geen overbuurman meer en bij die explosie implodeerde een eindweegs daarvandaan een notariskantoor pardoes tot maaiveldhoogte. Of dat laatste bewust de bedoeling was geweest? [2] 
    • De schipper houdt aanvankelijk een zuidwestelijke koers. Aan stuurboord glijdt de kop van Schouwen voorbij, aan bakboord strekt de kust van Walcheren zich nog een eindweegs uit in zee. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord eindweegs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.