electie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: electie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- elec·tie
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse élection of daarvoor van het Latijnse 'electio'[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | electie | electies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de electie v
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord electie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "electie" herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.