elektra

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  elektra    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • elek·tra
Woordherkomst en -opbouw

verkortingvan elektriciteit

enkelvoud meervoud
naamwoord elektra
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetelektrao

  1. de elektriciteitsaansluitingen van en in een huis of ander gebouw
    • Het elektra van het huis werd door een erkend installateur aangelegd. 

Gangbaarheid

  • Het woord elektra staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.