elektro

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  elektro    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • elek·tro
enkelvoud meervoud
naamwoord elektro
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deelektrov

  1. (afkorting) elektronica
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord elektro staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Esperanto

  enkelvoud meervoud
nominatief   elektro     elektroj  
accusatief   elektron     elektrojn  

Zelfstandig naamwoord

elektro

  1. elektriciteit

Ido

Zelfstandig naamwoord

elektro

  1. elektriciteit
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.