elzevier

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  elzevier    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛlzəˌvir/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • el·ze·vier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord elzevier elzeviers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deelzevierv/m

  1. (typografie) benaming voor een klassiek type schreefletters
     Nadat Lechter zichzelf als boekkunstenaar had ontdekt, toonde hij, wanneer hij voor zijn vormgeving op bestaande letterkasten moest terugvallen, een voorkeur voor antiquatypes als romeins en nieuwe elzevier, voor de Bernhard-letter en voor de accidente groteske van drukkerij Berthold.[2]

deelzevierm

  1. zeer fraaie uitgave van drukkerij Elsevier
Schrijfwijzen
  • m: Elzevier (wellicht per abuis in de officiële spelling van 2006 tot 2015)

Gangbaarheid

  • Het woord elzevier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
50 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. elzevier op website: Etymologiebank.nl
  2. Weblink bron
    Klaus Siegel
    Een schreefloze letter uit 1897 in: De Gids., jrg. 156 nr. 4/5 (april/mei 1993), Meulenhoff Nederland, Amsterdam, p. 379
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.