emailleren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emailleren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • email·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
emailleren
emailleerde
geëmailleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

emailleren [2]

  1. overgankelijk (techniek) met email bedekken
    • Vroeger werden er veel metalen voorwerpen, zoals emmers geëmailleerd. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord emailleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.