enamel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: enamel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ena·mel
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | enamel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het enamel o
- email
- ▸ De kleuren van de interventiekledij zijn geel en enamel blauw. De kleuren van de ‘Star of Life’ (de bekende zesbenige ster) op de kledij van de medische urgentiediensten wordt eveneens vastgelegd: groen voor verpleegkundigen, rood voor artsen, zilver voor ambulanciers en blauw voor hulpverleners-ambulanciers.[2]
Synoniemen
- brandverf, emaillak, strijklak
Gangbaarheid
- Het woord enamel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "enamel" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ enamel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron say“Ambulances en personeel letterlijk in een nieuw jasje” (28/03/2017), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.