emballage

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  emballage    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • em·bal·la·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verpakking’ voor het eerst aangetroffen in 1745 [1]
  • Naamwoord van handeling van emballeren met het achtervoegsel -age [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord emballage emballages
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deemballagev [3]

  1. verpakking, het verpakken
  2. verpakkingsmateriaal
Afgeleide begrippen
  • emballagekost

Gangbaarheid

  • Het woord emballage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.