empirist

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  empirist    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • em·pi·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord empirist empiristen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deempiristm

  1. aanhanger van het empirisme
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord empirist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.