energiek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  energiek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ener·giek
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen energiekenergiekerenergiekst
verbogen energiekeenergiekereenergiekste
partitief energieksenergiekers-

Bijvoeglijk naamwoord

energiek

  1. vol persoonlijke energie
    • Hij was duidelijk het energiekste lid van het groepje. 
     Het was de 18-jarige Goldie uit Oostenrijk, een energieke stuiterbal met een opvallend harde stem.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • superenergiek
Afgeleide begrippen
  • energiekeling
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord energiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. energiek op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Afrikaans

stellend attributiefvergrotend overtreffend
energiekenergiekeenergiekerenergiekste

Bijvoeglijk naamwoord

energiek

  1. energiek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.