energiek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: energiek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ener·giek
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | energiek | energieker | energiekst |
verbogen | energieke | energiekere | energiekste |
partitief | energieks | energiekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
energiek
- vol persoonlijke energie
- Hij was duidelijk het energiekste lid van het groepje.
- ▸ Het was de 18-jarige Goldie uit Oostenrijk, een energieke stuiterbal met een opvallend harde stem.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- superenergiek
Afgeleide begrippen
- energiekeling
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord energiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "energiek" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ energiek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
stellend | attributief | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|---|
energiek | energieke | energieker | energiekste |
Bijvoeglijk naamwoord
energiek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.