energie

Niet te verwarren met: Energie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  energie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ener·gie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘veerkracht, arbeidsvermogen’ voor het eerst aangetroffen in 1668 [1]
  • Afkomstig van het Oudgriekse ἐνέργεια (werk, daad).
enkelvoud meervoud
naamwoord energie energieën
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deenergiev [2]

  1. het (fysiek) vermogen waarmee arbeid kan worden verricht
    • Ik heb geen energie vandaag. 
     Hier en daar gaat het wel even heuvelaf, maar het is te kort om nieuwe energie te verzamelen.[3]
     Niemand wist wat dat blauwe licht was geweest, misschien statische energie van de storm of een bolbliksem?[4]
  2. het (geestelijk) vermogen waarmee denkwerk kan worden verricht
    • Om langer dan een kwartier te studeren heeft hij geen energie genoeg. 
  3. (wetenschap), (natuurkunde), (elektronica) een natuurkundig begrip van arbeidsvermogen
    • Een hoeveelheid "energie" (symbool: W) wordt uitgedrukt in joule (symbool: J) of bijv. kilowattuur (kWh) 
    • Deze accu heeft een totale energie van 0,32 kWh. 
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord energie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. "energie" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  5. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Afrikaans

enkelvoud meervoud
naamwoord energie energieë
Woordafbreking
  • ener·gie

Zelfstandig naamwoord

energie

  1. energie

Meer informatie

Limburgs

Zelfstandig naamwoord

energie

  1. energie
Schrijfwijzen
  • innerzjie

Meer informatie

Slowaaks

Uitspraak
  • IPA: /ɛnɛrgɪjɛ/

Zelfstandig naamwoord

energie

  1. genitief enkelvoud van energia
  2. accusatief enkelvoud van energia

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɛnɛrgɪjɛ/
  • Geluid:  energie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ener·gie
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

energie v

  1. energie
Verbuiging
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen
  • energetický
  • energetika v
  • energicky (bw.)
  • energičnost v
  • energiově (bw.)

Meer informatie

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.