sloffig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sloffig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • slof·fig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen sloffigsloffigersloffigst
verbogen sloffigesloffigeresloffigste
partitief sloffigssloffigers-

Bijvoeglijk naamwoord

sloffig [2]

  1. met weinig aandacht, kracht of energie
    • De voorlaatste Lotusphere dag. De vermoeidheid begint bij de congresgangers meer en meer zichtbaar te worden: geeuwen, dikke blauwe wallen onder de ogen, wazige blikken, een sloffige stap… De laatste loodjes wegen duidelijk het zwaarst. [3] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord sloffig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.