engels

Niet te verwarren met: Engels

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  engels    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɛŋəls/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • en·gels
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord engels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetengelso

  1. (eenheid) gewicht voor het meten van zilver en goud overeenkomend met 1,538 gram
    • Ik heb 50 engels goud gekocht 

Verwijzingen

Gangbaarheid

  • Het woord engels staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.