enkelspeler

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  enkelspeler    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • en·kel·spe·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord enkelspeler enkelspelers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deenkelspelerm

  1. (sport) tennisser die in zijn eentje speelt tegen één tegenstander
     De Finals zijn het laatste tennistoernooi van het jaar en gelden als officieus WK. De beste acht enkelspelers en dubbelduo's zijn verdeeld over twee poules van vier. De nummers een en twee gaan door naar de halve finales.[1]
     "Als je ons meeneemt, is het een risico. Punt. Dat is gewoon zo", zegt Middelkoop. "Als er een enkelspeler uitvalt, moeten wij gaan singelen. Maar aan de andere kant heb je met ons een goede kans op een punt in de dubbel en die is vaak doorslaggevend."[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord enkelspeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Dubbelspecialist Koolhof debuteert met zwaarbevochten zege bij ATP Finals” (15/11/2020), NOS
  2. Weblink bron “Middelkoop en Koolhof: in Davis Cup nemen we het stokje over” (18-02-2017), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.