entente

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  entente    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • en·ten·te
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘overeenkomst’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord entente ententes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deententev [3]

  1. bondgenootschap
    • Draghi wist van tevoren dat hij kon worden gemangeld. Hij heeft goede adviseurs, onder wie enige Nederlanders - de ECB is de enige Europese instelling waar de lidstaten consequent hun beste mensen heen sturen, geen rotte appels waar ze zelf vanaf willen. Draghi kent ook zijn klassiekers. Als Frankrijk en Duitsland sleutelen aan Europa en de euro, zijn Nederlanders altijd zenuwachtig. Als klein, betrokken land kun je de beste vrienden zijn met Duitsland, uiteindelijk word je altijd geofferd aan de Frans-Duitse entente.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord entente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
38 %van de Nederlanders;
51 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.