etui
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: etui (hulp, bestand)
Woordafbreking
- etui
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘koker’ voor het eerst aangetroffen in 1670 [1]
- Ontleend aan Oudfrans estui [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | etui | etuis |
verkleinwoord | etuitje | etuitjes |
Zelfstandig naamwoord
het etui o [3]
- hoes om voorwerpen in te stoppen
- Ik neem even een pen uit mijn etui.
- een hoes die precies om het erin op te bergen voorwerp past
- Ik borg mijn camera op in het etui.
- ▸ Ik haalde mijn MacBook uit zijn etui en legde hem rechts op het bureaublad. Ik sloot de netwerkvoeding [sic!] aan op het stopcontact.[4]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord etui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "etui" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[5] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "etui" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etui op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Grand Hotel Europa” (2018), De Arbeiderspers , ISBN 978-90-295-2622-7, p. 19
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.