eurofiel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  eurofiel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eu·ro·fiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eurofiel eurofielen
verkleinwoord eurofieltje eurofieltjes

Zelfstandig naamwoord

deeurofielm

  1. aanhanger van de Europese eenwording

Gangbaarheid

  • Het woord eurofiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.