euro-

Niet te verwarren met: euro

Nederlands

Huidig
bestand
33
Uitspraak
  • Geluid:  euro-    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈøro/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • eu·ro-
Woordherkomst en -opbouw

Voorvoegsel

euro-

  1. (cultuur) geeft aan dat het door het tweede lid genoemde betrekking heeft op Europa als gebied met een gedeelde cultuur
  2. (economie) geeft aan dat het door het tweede lid genoemde gericht is op of geschikt voor de markt in Europa
  3. (politiek) geeft aan dat het door het tweede lid genoemde deel is van of betrekking heeft op de samenwerking in de Europese Unie
Opmerkingen
  • Een afleiding met dit voorvoegsel wordt met een hoofdletter geschreven, wanneer het het eerste woord van een zin is, of wanneer het een eigennaam is. Er is geen afzonderlijk voorvoegsel "Euro-".
  • Naast afleidingen met dit voorvoegsel zijn er ook samenstellingen met euro "Europese munteenheid".
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'euro-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.