evasie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  evasie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • eva·sie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ontwijking’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
  • afgeleid van het Franse évasion of daarvoor van het Latijnse 'evasio'
enkelvoud meervoud
naamwoord evasie evasies
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deevasiev

  1. ontsnapping
  2. ontwijking
  3. uitvlucht, voorwendsel
  4. uitdrijving, verwijdering
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord evasie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
51 %van de Nederlanders;
70 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.