examinator

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  examinator    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • exa·mi·na·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord examinator examinatoren
examinators
verkleinwoord examinatortje examinatortjes

Zelfstandig naamwoord

deexaminatorm

  1. (beroep) iemand die examineert, ondervraagt
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • rijexaminator
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord examinator staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.