examineren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  examineren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • exa·mi·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van het Franse examiner (met het achtervoegsel -eren) [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
examineren
examineerde
geëxamineerd
zwak -d volledig

Werkwoord

examineren

  1. overgankelijk aan een examen onderwerpen
    • De leerlingen werden in de sporthal geëxamineerd. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • herexamineren
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord examineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.