exclamatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  exclamatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ex·cla·ma·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘uitroep’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • Naamwoord van handeling van exclameren met het achtervoegsel -atie (met het voorvoegsel ex-)
  • afgeleid van het Franse exclamation of daarvoor van het Latijnse 'exclamatio'
enkelvoud meervoud
naamwoord exclamatie exclamaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deexclamatiev [2]

  1. uitroep
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord exclamatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.