expediteur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  expediteur    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ex·pe·di·teur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord expediteur expediteuren
expediteurs
verkleinwoord expediteurtje expediteurtjes

Zelfstandig naamwoord

deexpediteurm

  1. (beroep) iemand die goederen expedieert (verzendt)
Hyponiemen
  • douane-expediteur, grensexpediteur, luchtvrachtexpediteur, tussenexpediteur, zeehavenexpediteur
Afgeleide begrippen
  • expediteursfirma
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord expediteur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.