ezoko

Esperanto

  enkelvoud meervoud
nominatief   ezoko     ezokoj  
accusatief   ezokon     ezokojn  

Zelfstandig naamwoord

ezoko

  1. (straalvinnigen) snoek
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.