førerkort

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈføːɾəɾkɔʈ /
Woordafbreking
  • fø·rer·kort
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden fører en kort met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 5748
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   førerkort     førerkortet     førerkort     førerkorta
førerkortene  
genitief   førerkorts     førerkortets     førerkorts     førerkortas
førerkortenes  

Zelfstandig naamwoord

førerkort, o

  1. (verkeer) rijbewijs
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Opmerkingen

Zelfstandig naamwoord

førerkort

  1. nominatief onbepaald onzijdig meervoud van førerkort
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.