faalkans
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: faalkans (hulp, bestand)
Woordafbreking
- faal·kans
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van falen ww en kans zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | faalkans | faalkansen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de faalkans v / m
- de waarschijnlijkheid dat iets mislukt
- ▸ Ict-dienstverlener achtte faalkans ‘nihil’: Het moest een nieuw digitaal jeugddossier opleven en de kans op falen werd ‘nihil’ geacht, maar het project van de GGD Twente werd een debacle, met een miljoenenstrop. Een deel van dat geld wordt verhaald op gemeenten, maar in Twenterand maakt de gezondheidsinstantie weinig kans op medewerking.[1]
Gangbaarheid
- Het woord faalkans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Ferry de Goeijen“Grote politieke partij Twenterand weigert mee te betalen aan flop en miljoenenstrop GGD: ‘Daar voelen we weinig voor’” (12-01-2023), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.