factchecking
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: factchecking (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfɛktʃɛkɪŋ / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- fact·chec·king
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels fact-checking zn , op te vatten als afgeleid van factchecken ww met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | factchecking | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de factchecking v / m
- controleren op feitelijke onjuistheden
- ▸ Factchecking gaat per direct een aanzienlijk grotere rol spelen in de zoekresultaten van Google.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord factchecking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Peter Zantingh“Google geeft factchecks veel prominentere plek in resultaten” (7 april 2017) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.