faixa
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: faixa (hulp, bestand)
- IPA: /'faɪʃə/
- Sofeer: faisjə
Woordafbreking
- faixa
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | faixa | faixes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de faixa v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws) lange, smalle doek waarmee de twee delen van de Torarol bijeengehouden worden
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'faixa' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.