familietherapeute

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  familietherapeute    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fa·mi·lie·the·ra·peu·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord familietherapeute familietherapeutes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defamilietherapeutev

  1. (beroep) iemand die leden van een familie helpt als er sprake is van verstoorde onderlinge relaties
     De familietherapeute is zo ontdaan van de nieuwe cijfers dat ze zelf nieuw onderzoek wil gaan doen onder een grotere groep Nederlanders. In de loop van de jaren is het Van den Eerenbeemt steeds duidelijker geworden dat kinderen voorgoed beschadigd worden als ze worden onterfd, en dat zoiets zelfs doorwerkt in de volgende generatie.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'familietherapeute' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “'Geld en familie is een explosief mengsel'” (Maandag 7 december 2015, 17:36), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.