fanaloka

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fanaloka    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • fa·na·lo·ka
enkelvoud meervoud
naamwoord fanaloka fanaloka's
verkleinwoord fanalokaatje fanalokaatjes

Zelfstandig naamwoord

defanalokam

  1. (roofdieren) Fossa fossana  een roofdier uit de familie der Madagaskarcivetkatten (Eupleridae). De fanaloka is de enige soort uit het geslacht Fossa
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'fanaloka' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.