farmaceutica
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: farmaceutica (hulp, bestand)
Woordafbreking
- far·ma·ceu·ti·ca
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | farmaceutica | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de farmaceutica mv
- (medisch) (farmacologie) chemicaliën die men gebruikt als geneesmiddel
- ▸ Nederland exporteert vooral veel brandstof. De buurlanden zijn sterk in andere producten. Zo exporteert Duitsland machines en transportmiddelen en België farmaceutica, drank, tabak en ertsen.[1]
- ▸ Op vier gebieden wordt nu de stap gemaakt naar industrieel printen: voedsel, farmaceutica, 3D-elektronica en reserveonderdelen. Bij de onderdelen loopt Nederland voorop, volgens Meinders.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord farmaceutica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Export terug op niveau van 2008” (dinsdag 6 november 2012), NOS
- ↑ Weblink bron Flip de Jong“3D printen komt in stroomversnelling, Nederland loopt voorop” (zaterdag 14 oktober 2017), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.