geneesmiddel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geneesmiddel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·nees·mid·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van genees ww en middel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geneesmiddel | geneesmiddelen |
verkleinwoord | geneesmiddeltje | geneesmiddeltjes |
Zelfstandig naamwoord
het geneesmiddel o
- (medisch) een chemische stof die een bepaalde, gewenste werking op het (dierlijk of menselijk) lichaam uitoefent
Synoniemen
Antoniemen
Hyponiemen
- dierengeneesmiddel, diergeneesmiddel, lifestylegeneesmiddel, merkgeneesmiddel, over-the-countergeneesmiddel, patentgeneesmiddel, receptgeneesmiddel, weesgeneesmiddel, zelfzorggeneesmiddel
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord geneesmiddel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geneesmiddel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Woordafbreking
- ge·nees·mid·del
Zelfstandig naamwoord
geneesmiddel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.