fatalisme

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fatalisme    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fa·ta·lis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘geloof in noodlot’ voor het eerst aangetroffen in 1800 [1]
  • afgeleid van fataal met het achtervoegsel -isme[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord fatalisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetfatalismeo

  1. (filosofie) het geloof aan of de leer van een onvermijdelijk voorbeschikt noodlot
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord fatalisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.