noodlot

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  noodlot    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • nood·lot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord noodlot -
verkleinwoord noodlotje noodlotjes

Zelfstandig naamwoord

hetnoodloto

  1. iets vervelends wat een mens overkomt, waar geen oorzaak voor is en waar niets aan te doen is
    • Het was blijkbaar zijn noodlot om in die maalstroom terecht te komen. 
    • Hij wist heus wel dat hij vooral uit een soort bijgeloof de komende wapenstilstand niet serieus wilde nemen: hoe meer je hoopt op vrede, hoe minder geloof je eraan hecht als die wordt aangekondigd, om zo het noodlot te bezweren. [2] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord noodlot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. noodlot op website: Etymologiebank.nl
  2. Lemaitre, Pierre
    Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 11
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.