faxpost

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  faxpost    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fax·post
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord faxpost
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defaxpostv/m

  1. (verouderd) (telecommunicatie) het versturen van post met behulp van een telefoonlijn en een faxmachine
    • Irma weet nog wel meer verhalen. „Er kwamen hier vaak chauffeurs van een bepaald bedrijf. Zij reden echt kilometers om. Dat werd hun baas zat, het kostte immers tijd en brandstof. Zijn chauffeurs hebben hem toen uitgenodigd eens te gaan kijken. Hij is geweest en draaide om als een blad aan de boom. Bij het weggaan liet hij een envelop achter om een rondje te geven en zijn chauffeurs móéten nu langs ons restaurant, omdat hij alle faxpost en opdrachten hier laat komen.” [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord faxpost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
76 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.