feestviering

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  feestviering    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • feest·vie·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord feestviering feestvieringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defeestvieringv

  1. de keer dat men een feest viert
     Slechts een paar zinnen had koning Willem-Alexander nodig om in het gesprek met NOS-presentator Dionne Stax van de feestelijkheden naar de aardbevingsproblematiek te gaan. Het is duidelijk dat de koning tijdens de feestviering de Groningers een hart onder de riem wilde steken.[1]
     Wij gaan de beelden van de spontane feestviering in de straten vastleggen.[2]
Hyponiemen
  • suikerfeestviering

Gangbaarheid

  • Het woord feestviering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Wisselende reacties op Koningsdag met politiek 'bevingstintje'” (Vrijdag 27 april 2018, 12:00), NOS
  2. Vaderland” (2012), Cargo, ISBN 9789023472483
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.